Door het Verdrag van Nijmegen tussen Spanje en Frankrijk in 1678 kwam Ieper onder Franse heerschappij te staan, en dit tot 1713. Lodewijk XIV gelastte zijn vermaarde deskundige Maarschalk Sebastien Leprestre de Vauban met de vernieuwing van de vestingen. Ze werden zo uitgestrekt dat ze meer oppervlakte in beslag namen dan de stad die ze moesten beschermen. De ironie van het lot wil, dat deze machtige vestingen hun vuurdoop kregen van... Franse kanonnen. Dit was in 1744, Ieper stond toen onder Hollands gezag.
De 14de-eeuwse stadsomheining werd bewaard. Eerst en vooral werd de hoofdomwalling voorzien van zeer hoge, uitgestrekte bastions. Hierbij bleef, in het zuidwesten en het noordwesten van de stad, een deel van de Bourgondische vesting bestaan. Onder de bastions werden souterrains ingericht, bomvrije ondergrondse ruimten, die indertijd onder meer als opslagplaats voor geschut en ander materieel werden gebruikt.
Vervolgens werden de vestinggrachten uitgediept en verbreed. Vauban bouwde midden in die grachten afzonderlijke verdedigingswerken zoals demi-lunes en contregardes (halvemaanvormige of driehoekige, versterkte eilanden).
Verder bestond de vesting uit vier enorme hoornwerken (M-vormige voorversterkingen). De benedenstad, waar zich nu de Kaai uitstrekt, werd omringd met een gebastioneerde omwalling. Bovendien was de vestingstad gedeeltelijk omringd met grote oppervlakten grond die onder water werden gezet: de inundaties van Mesen (Verdronken Weide), Belle en Paddevijver.
Op de Esplanade staat nog steeds een kruitmagazijn dat in 1817, onder Willem I, werd gebouwd op de grondvesten van het oorspronkelijke kruitmagazijn. Deze werd in 1684 opgericht door Vauban, maar in 1720 gesloopt.